top of page
Search
  • Linse Chantrain

ONDERWERP



Kaapstad, Zuid-Afrika. De plek waar alles begonnen is. Hier deed ik stage van augustus tot november 2018. Niet alleen was het landschap in deze prachtige stad zeer inspirerend, ook de manier van werken in het “Harrington-gebouw” was uitzonderlijk in een stad als deze. Vooral het sociale project dat mijn stageplaats, Saatchi & Saatchi Cape Town, samen met de 14 andere bedrijven onder de “Publicis-koepel” hadden opgestart. “I Love Coffee”. Zo heet het project. Op de vierde verdieping van het gebouw, waar ik ook werkte, was er een koffiebar voorzien in de eetruimte. Het was niet zomaar een normale koffiebar; de barista’s waren allemaal doof. Dove mensen de kans te geven uit hun sociale isolatie te komen en kennis te laten maken met de bedrijfswereld, dat is de opzet van deze koffiebar. Klanten kunnen via de website of de barista’s hun bestelling in gebarentaal bestellen, of ze kunnen het opschrijven op de bar. Zo komt er ook een interactie tussen horende en dove mensen op de werkvloer, en leren mensen stukje voor stukje wat meer gebarentaal. Veel barista’s van de “I Love Coffeeshop” hebben daarna een andere job kunnen bemachtigen in de horeca, zoals chef in een restaurant etc. Dit alles door dit fantastische project. We kunnen dus zeker stellen dat de oprichters in hun opzet geslaagd zijn. Niet alleen werd het isolement van deze dove mensen aanzienlijk minder, ze kregen na hun ervaring als barista meer mogelijkheden tot een normale job.


Niet alleen het “I Love Coffee”project inspireerde me, ook mijn gebarentaal lerares Jessica Bothma heeft een sterke indruk op mij achtergelaten. Toevallig kreeg ik in mijn eerste week als stagaire bij Saatchi & Saatchi een email in verband met lessen gebarentaal die de week erna van start zouden gaan. Ik antwoordde meteen dat ik me wilde inschrijven voor de periode dat ik in Kaapstad zou verblijven. 10 weken lang ging ik elke woensdag tijdens de lunchpauze naar het vijfde verdiep, waar ik met twee andere geïnteresseerden de beginselen van gebarentaal wou leren. Zuid-Afrikaanse gebarentaal dan nog wel. Wat een leuke en leerrijke uitdaging was het. Gebarentaal is niet alleen een visuele taal, ook heel de grammatica en opbouw is anders dan elke andere gesproken taal. Tijdens deze lessen bouwde ik een fascinatie op voor deze prachtige taal. Hoe moeilijk het ook was, ik probeerde er toch zo veel mogelijk van op te steken. De laatste weken nodigde Jessica ons zelfs uit om met de dove barista’s een gesprek te voeren tijdens de lunchpauze op vrijdag en wat was dit moelijk. Oogcontact is geweldig belangrijk, dus we probeerden dit allemaal toe te passen, maar zelfs met onze kleine kennis aan gebaren was het aardsmoeilijk om een gesprek te voeren. Er bestaan immers ook erg veel dialecten in gebarentaal; en zeker in Zuid-Afrika met zijn elf officiële talen. Toch was het een enorm leerrijke ervaring om eens een gesprek te voeren met enkel en alleen je handen. Na zo’n les of gesprek moesten je handen als het ware even afkicken van alle bewegingen. Er was steeds een kleine “wenningsfase” als ik terug moest beginnen praten met woorden, want mijn handen leken in het begin nog mee te willen met het gesprek. Ik heb zo veel geleerd in die tien weken, van zaken die je wel of zeker niet mag doen wanneer je in gesprek bent met een dove persoon, tot de mooiste en meest betekenisvolle handgebaren. Spijtig genoeg komt er aan alles een einde, en zo ook aan mijn gebarentaallessen. Maar zeer toevallig kwam ik na de laatste les mijn lerares, die zelf dus ook doof was geboren, tegen in de cinema. Dit fascineerde mij enorm hard, want in Zuid-Afrika maken ze geen gebruik van ondertitels omdat Engels een officiële taal is daar. Jessica heeft dus heel de film bekeken door te liplezen. Geweldig vond ik dat, en erg interessant. Voice-overs bijvoorbeeld kon ze al niet verstaan, want die komen niet in beeld. Maar toch had ze heel de film begrepen. Doordat deze toevallige gebeurtenis had meegemaakt, was ik steeds zekerder dat ik iets met de dovenproblematiek of gebarentaal wou doen voor mijn Masterproef. Het onderwerd interesseerde me erg hard en bovendien had ik nu ook al een mooie inzage gekregen in het leven van een dove persoon en de problematiek daarrond. Ik wist op voorhand al dat ik graag een sociaal relevant project op poten zou willen zetten in mijn Masterjaar, dus deze thematiek sloot daar perfect bij aan. Ik wou echt een oplossing vinden voor het isolement dat dove mensen vaak ervaren. Niet veel mensen kennen een dove persoon, maar toch zijn er meer dan een half miljoen mensen in België die doof of zeer slechthorend zijn. Hoe komt dat nu, dat er zo weinig overlapping is tussen de dove en horende gemeenschappen? Voornamelijk komt dat door de moeilijkheid om te communiceren. Een gesprek tussen een dove en horende persoon verloopt erg vaak stroef en ongemakkelijk, omdat beide partijen niet goed weten wat te doen. Vooral horende personen kunnen gemakkelijk met hun mond vol tanden staan als ze in zo’n situatie terecht komen, en liefst van al zouden de meeste van osn het gewoon willen vermijden. Bovendien hebben doven het niet alleen moeilijk op sociaal vlak; in Kaapstad kwam ik te weten dat 75% van de doven in Zuid-Afrika werkloos is, en ook bij ons is dit een serieus probleem. Dove mensen kunnen immers perfect een job uitvoeren zoals iedereen, alleen kunnen zij niet horen, wat de communicatie natuurlijk wat moeilijker maakt. Eenmaal terug in België kon de echte zoektocht beginnen. Ik wist namelijk over wat ik het wou hebben, maar niet op welke manier. Er zijn miljoenen verschillende manieren om een probleem aan te kaarten, of er een oplossing voor te vinden. Maar hoe wou ik het aanpakken? Eerst wilde ik me focussen op het culturele aspect. Omdat ik Jessica in de cinema tegenkwam bracht dat me op het idee om een (kort)film of documentaire te maken voor en door dove mensen. Dit zou een unicum geweest zijn, maar helaas werd al snel duidelijk dat dit iets te ambitieus was. Natuurlijk is er naast het cultureel isolement van de dovengemeenschap ook nog een vorm van sociaal en professioneel isolement. Na enkele besprekingen werd me duidelijk dat er slechts één voor de hand liggende oplossing bestaat om dit isolement te verbreken, en dat is zo veel mogelijk mensen gebarentaal laten leren. Deze taal is vaak het enige dat horende en dove mensen met elkaar kan verbinden; dus hoe meer mensen de taal kennen, hoe breder de sociale kringen van de dove gemeenschap kan worden. Dit zou dus resulteren in het verminderen van het geïsoleerde gevoel dat dove mensen vaak hebben, en dat op zowel sociaal als professioneel vlak. Nu nog een manier vinden om mensen gebarentaal aan te leren.


4 views0 comments

Recent Posts

See All

Comments


bottom of page